16 februari 2021
In de kleine weide voor melkveebedrijf Verhagen staan een moederkoe en haar kalf rustig te grazen. “Zie je dat?”, glundert eigenaar Rudi Verhagen. “Die koe kon gisteren niet meer lopen vanwege een calciumtekort, maar de buitenlucht doet haar goed, en vandaag is ze weer helemaal het mannetje.”
“Rudi heeft supergoede koeien”, vindt Maarten. Van Vulpen Veevoeders levert al bijna vijfentwintig jaar aan de melkveehouder, die 115 koeien, honderd stuks jongvee en zestig mestdieren houdt. De gehaltes van Verhagen zijn met 10.600 liter per koe, 3.65% eiwit en 4.4% vet bewonderingswaardig. Dat wijt Rudi aan de huisvesting, fokkerij en het driemaal daags melken.
“En het voer. Dat moet ook goed zijn”, vindt hij. “Ik bestel altijd bij Maarten, daar is het gewoon zoals het hoort. Goed spul en plezierige mensen om mee te werken. Bij Van Vulpen denken ze met je mee.” “Het moet ook gewoon goed zijn”, knikt Maarten. “Maar Rudi is ook gewoon een fijne boer, hoor.Hij praat nog tegen zijn koeien. Op en top koeienboer.”
Naast de veehouderij heeft Verhagen vijfendertig hectare grond, waarop hij met name maïs verbouwt. Het meeste landwerk, zoals maaien en ploegen, doet hij zelf. “Hoe droog het ook is, wij beregenen altijd ruim”, vertelt Rudi. “Dit jaar wel honderd millimeter. Maïs is van oorsprong een tropisch gewas, hè.”
Als klein ventje wilde Verhagen al boer worden. Nog steeds spat het enthousiasme eraf: “Je moet handig werken en ik houd ervan als alles gekuist is”, zegt hij. Het erf ligt er strak bij. “Als ik hier rondloop, moet ik blij zijn. Veel mensen houden hun erf schoon voor het oog, maar ik doe het echt voor mezelf.”
Met twee melkrobots, een eigen machinepark en een aantal loodsen investeert de melkvee-
houder elk jaar fors in zijn bedrijf: “Ik kijk altijd hoe iets slimmer kan. We hebben veel geïnvesteerd in grond en robots.” Volgend jaar komt er een nieuwe loods voor voeropslag bij en een milieuvloer in de stal, die in 2020 alleen in Noord-Brabant verplicht is. “Je moet het maar zo zien”, lacht hij. “Veel boeren stoppen, maar sommigen gaan gewoon door.”